IKA ROTAVISC rotatie viscositeitsmeters

De ROTAVISC viscositeitsmeterserie van IKA bepaalt de viscositeit van vloeistoffen in alle toepassingsgebieden, van laboratorium tot kwaliteitscontrole. De verschillende IKA apparaten meten in diverse bereiken. Ongeacht een eenvoudige of veeleisende viscositeitsmeting, de ROTAVISC-viscositeitsmeter levert snelle en nauwkeurige resultaten. Afhankelijk van uw wensen een compleet of advanced pakket. Met de CBC en ROTATEMP Packages kunnen monstermaterialen worden verwarmd tot 300°C. En de SBS modellen zijn uitgerust met geavanceerde kogellageringstechnologie (SBS - steel ball bearing, suspended)

Filteren

30 producten

per pagina
Van hoog naar laag sorteren
Filteren

30 producten

per pagina
Van hoog naar laag sorteren

Welke IKA rotatie viscositeitsmeter is het meest geschikt voor welk monster?

Afhankelijk van de toepassing en het meetbereik van de viscositeit bieden wij verschillende oplossingen. 

  1. ROTAVISC lo-vi - Voor sap, oplosmiddel, eetbare olie, inkt en vloeibare zeep. Meetbereik viscositeit: 1 – 6 000 000 mPas.
  2. ROTAVISC me-vi : voor verf / vernis, mayonaise, zuivelproducten en ketchup. Meetbereik viscositeit: 100 – 40 000 000 mPas
  3. ROTAVISC hi-vi I: Voor pasta, zalf, melasse en gel. Meetbereik viscositeit: 200 – 8 000 000 mPas.
  4. ROTAVISC hi-vi II Meetbereik viscositeit: 800 – 320 000 000 mPas Voor pasta, zalf, melasse en gel.

Hoe werkt de IKA ROTAVISC precies?

De rotatieviscositeitsmeter meet het draaimoment dat nodig is om een spindel te draaien die in een medium is ondergedompeld. De spindel wordt aangedreven door een motor die gebruik maakt van een gekalibreerde veer. De doorbuiging dient als een meting van het koppel en wordt in de display weergegeven als M%.

Hoe wordt de nauwkeurigheid van de IKA ROTAVISC gecontroleerd?

IKA verkoopt standaard vloeistoffen met een viscositeit bepaald bij 25 °C. De gebruiker kan zijn of haar toestel controleren met deze vloeistoffen.

Hoe wordt de spindel op het apparaat gemonteerd?

De levering omvat drie verschillende aanpassingen.

  1. De spindel wordt op het apparaat geschroefd.
  2. De spindel wordt met behulp van een snelspanner aan het apparaat bevestigd.
  3. De spindel wordt met behulp van een haakadapter aan het apparaat bevestigd.

Hoe lang duurt een meting?

Om een stabiele viscositeitswaarde te verkrijgen, moet de spindel 3 tot 4 volledige omwentelingen in het medium hebben uitgevoerd. Hoe lager het toerental, hoe langer een meting duurt.

Hoe diep moet de spindel in het testmedium worden ondergedompeld?

Elke spindel heeft een markering op de as. De spil moet tot dit punt in het medium worden ondergedompeld.

Wat is de kleinste viscositeit die met ROTAVISC van IKA kan worden gemeten?

1 mPas met lo-vi en ELVAS-1 bij 60 omwentelingen per minuut.

Hoeveel monstervolume is nodig?

De standaardspindels in de leveringsomvang zijn geschikt voor een volume van ca. 500 ml in het bekerglas van 600 ml (lage vorm). Kleinere monstervolumes kunnen worden gemeten met de absolute meetsystemen (coaxiale meetsysteem), zoals met de VOLS-1 adapter.

Waarom meet ROTAVISC verschillende viscositeiten voor hetzelfde monster?

Over het algemeen is viscositeit geen stofspecifieke constante. De viscositeit beschrijft een stof in een goed gedefinieerde toestand, bijvoorbeeld bij temperatuur X en snelheid Y.

Er zijn monsters die hun viscositeit met toenemende snelheid verminderen, bijvoorbeeld ketchup (afschuivingsdunning / pseudoplastiek). Voor andere monsters neemt de viscositeit toe met toenemende snelheid, bijvoorbeeld zetmeeloplossingen (afschuivingsverdunning / dilatatiemiddel).

Ook zijn er monsters die hun viscositeit niet veranderen als de snelheid toeneemt of afneemt, zoals siliconenolie (Newtoniaanse vloeistof).

Welke meetwaarden laat de IKA ROTAVISC zien?

  • Temperatuur: °C of °F
  • Snelheid: toerental
  • Meettijd: hh:mm:ss
  • Koppel: M%
  • Viscositeit: mPas, cP, m²/s, cSt
  • Stop voorwaarden: Tijd, koppel, temperatuur, viscositeitsspil
  • Dichtheid: g/cm³
  • Schuifsnelheid: 1/s (bij gebruik van een coaxiaal meetsysteem)
  • Schuifspanning: PA (bij gebruik van een coaxiaal meetsysteem)

Hoe hoog moet de maximumsnelheid zijn?

Hier is het belangrijk dat het toerental en de spindel zo worden gekozen dat er niet wordt afgeweken van het laminaire stromingsbereik. Anders zullen de viscositeitswaarden te hoog zijn. Voor de geometrieën SP-1, SP-2, SP-6 en ELVAS-SP zijn de volgende overgangspunten naar een turbulente stroming bepaald.

  1. SP-1 lo-vi,15 mPas bij 60 rpm > rpm / mPas = 4
  2. SP-2 lo-vi 100 mPas bij 200 rpm > rpm / mPas = 2
  3. SP-6 me-vi 100 mPas bij 50 rpm > rpm / mPas = 0,5
  4. ELVAS-SP 0,85 mPas bij 60 omwentelingen per minuut > omwentelingen per minuut / mPas = 70,6

Als de verhouding tussen toerental / mPas hoger is dan deze waarden, kunnen er turbulente omstandigheden ontstaan met de genoemde spillen. Kunstmatig hogere viscositeitswaarden kunnen bij de geometrieën VAN-SP-1 tot en met VAN-SP-4 optreden door turbulentie bij toerentallen van meer dan 10 rpm.

  • Scherpe prijzen
  • Vakkundig advies
  • Online offerte functie
  • Levertijd 4-6 weken
  • Gratis bezorging vanaf 250,- excl. BTW in NL
Scroll to top